Persberichten
- Afzien is kicken voor Matthijs Voschezang
- Bas Germs besmet met survival-virus
- Als een aap door Twentse jungle
- 'Bikkel'
bouwt eigen survivalbaan in Nijreesbos
Artikel
uit De Twentsche Courant Tubantia van 14-01-2005
Afzien is kicken voor Matthijs Voschezang
ALMELO - Het avontuur zit in zijn bloed. Matthijs Voschezang
mag graag zijn grenzen verleggen. Zonder ooit echt een bepaalde tak van sport
te hebben geambieerd, ontdekte deze energieke Almelose sportjongen ruim een
jaar geleden de survival. Afgelopen zondag zag hij af als een beer in Beltrum.
Daar nam hij deel aan de jeugdrun. Voschezang vond de uithoudingsproef over
dertien kilometer met veertig hindernissen heerlijk.
Ze zijn verslaafd aan zelfkastijding. Op zoek naar de ultieme uitdaging koesteren
ze de kick van het pijnlijden op de survival. Geen hindernis is ze te gek.
En ze komen er wat tegen over een lengte van zo’n dertien kilometer.
De survivalatleet is een bikkel. Hij kan de knop omzetten en ontberingen doorstaan,
die een ‘normaal’ mens niet snel vrijwillig zou ondergaan. De
strijd tegen de elementen is daarom het terrein van de 17-jarige Matthijs
Voschezang. Getraind door Marco Haselbekke van buitensportcentrum Out Life
Adventures in Almelo en plaatsgenoot Freddie Kruisselbrink, heeft deze talentvolle
atleet in een jaar tijd behoorlijke vorderingen gemaakt. En Matthijs gaat
door. Net zolang tot hij een topper is op het koningsnummer, het topsurvival
circuit (TSC). Dat parachutespringen hem een kick bezorgt is al kenmerkend.
Dat hij graag bij de commando’s in het leger wil, maakt het beeld van
deze jonge veelvraat compleet. Toen hij een jaar geleden in Neede bij een
grote survival stond te kijken was hij meteen verkocht. ‘Ik ben toen
meegefietst met de TSC’ers, de mannen in de hoogste categorie. Ik wist
meteen dat ik dat ook wilde. Het is een prachtige sport. Precies wat ik zocht.’
Inmiddels heeft Matthijs meegedaan aan grote wedstrijden in Dinxperlo, Beltrum,
Gendringen en Wezepe. Ook nam hij deel aan een groot evenement in Friesland
waar hij inschreef op de hele run voor recranten: meer dan twintig kilometer
ploeteren over iets van vijftig hindernissen. ‘Het ging wel goed. Binnenkort
doe ik dat nog eens. Gewoon om te weten waar je staat.’ Gewonnen heeft-ie
nog niet. Maar dat kan volgens trainer Marco Haselbekke ook nog niet. ‘Hij
heeft talent, maar moet zich lichamelijk nog ontwikkelen. Matthijs is nog
onervaren. Daar werken we hier op de survivalbaan in het Nijreesbos hard aan.’
Dat mag ook weer niet te gek gaan, want Vosschezang is pas zeventien jaar,
merkt Haselbekke op. Roofbouw ligt immers op de loer bij die jonge gasten
die nauwelijks te temmen zijn. ‘Het nemen van de hindernissen is trouwens
niet alleen een kwestie van brute kracht. Er komt heel veel techniek bij kijken.
Is je techniek goed, dan scheelt dat weer kracht en dat kun je weer gebruiken
op de loopafstanden tussen de hindernissen. In dat opzicht is Matthijs wel
een slimme jongen. Hij heeft de klimtechnieken snel onder de knie en voelt
vlot aan hoe je een hindernis het beste kunt nemen.’
Artikel
uit De Twentsche Courant Tubantia van 09-01-2004
Bas Germs besmet met survival-virus
TUBBERGEN - In de Achterhoek mag de survival zich in
een grote belangstelling verheugen, maar in Twente is de overlevingstocht
altijd een kleine sport gebleven. Eén van de weinige prestatiegerichte
survival-atleten in deze regio is Bas Germs uit Tubbergen.
Bij wedstrijden in de Achterhoek is hij doorgaans van de partij. Op de survival afgelopen zondag in Beltrum werd hij twaalfde. ‘Ik ben er tevreden mee, al had er meer ingezeten. Ik had problemen met het hakken van de balk. Die was heel nat. De bijl bleef na iedere keer dat ik hakte, vast in de balk zitten. Dat heeft me een paar minuten gekost’, zegt Germs.
De 35-jarige survival-atleet en hardloper is lid van survivalvereniging Outlife in Almelo. De club heeft in het verleden meerdere keren een open dag georganiseerd om de survival in Almelo en omgeving te promoten, maar de respons was gering. ‘De vereniging telt zo’n tien actieve leden. Dat is weinig in vergelijking met de Achterhoek. Daar zijn meerdere dorpen, die een survivalvereniging hebben. In de Achterhoek worden ook de meeste wedstrijden gehouden. Survival is er veel bekender dan in deze regio’, weet Germs.
De Tubbergenaar raakte zelf zo’n drie jaar geleden besmet met het survival-virus. Met de sport waarbij de atleten zich de meest bizarre ontberingen moeten laten welgevallen, wilde Germs wel eens kennis maken. De voormalige triatleet was op zoek naar een nieuwe uitdaging. ‘Ik heb van 1987 tot 1995 aan diverse triatlons meegedaan. In 1991 ben ik op het NK in Almere nog eens 21ste geworden. Maar het trainen voor triatlons, met name het fietsen, kost zo ontzettend veel tijd dat ik daar mee gestopt ben.’
De survivaltrainingen
daarentegen zijn aanzienlijk makkelijker in het dagelijkse leven in te passen.
Als Germs even tijd heeft gaat hij een uurtje hardlopen en enkele keren in
de week is hij op de survivalbaan in Almelo te vinden. In de survival die
doorgaans tussen de tien en twintig kilometer lang is, worden verschillende
disciplines afgewerkt. ‘Zo moesten we in Beltrum onder meer kanoën
en een boomstam stukhakken. Het houthakken was behoorlijk zwaar: je bent bijna
bij de finish en dan moet je nog even alle kracht uit je armen halen om zo’n
stam door midden te hakken. Dat ging mij dus helaas niet zo goed af.’
Germs doet dit seizoen aan de survivals mee die in de Achterhoek worden gehouden.
Hij is van plan volgende maand ook naar Gendringen af te reizen waar de volgende
wedstrijd op het programma staat. Survivals verder weg laat hij meestal schieten.
‘Ik kies nu mijn wedstrijden uit, maar volgend seizoen wil ik aan het landelijk circuit meedoen. Dat zijn wedstrijden, met onder meer een survival in België, die meetellen voor een algemeen klassement.’ Maar voor het zover is, zal Germs nog menigmaal zijn gezicht bij hardloopwedstrijden laten zien. ‘Hardlopen is een andere hobby van mij.’
DE
TELEGRAAF, 29. juli 2003 - "Twente vandaag"
Als
een aap door Twentse jungle
Almelo - Snel grijpen we onze spullen en stappen in een bloedhete auto. Het is buiten zeker dertig graden. Twee flessen water, handdoek, gumschoenen, korte broek. Op een briefje staat in doktershandschrift de route naar het Bikkelbos aan de rand van Almelo. Wij rijden drie keer verkeerd. Het hoofd zit nog vol met ongeschreven zinnen. In onsamenhangende gesprekken proberen we de chaos in onze gedachten te ordenen. Plotseling zitten we in het bos. De Nijreesweg is een smal straatje dat ons de stad uitvoert. Langzaam vervliegt de drukte. Moeten we hier zijn? Een sportieve kerel zwaait naar ons. Dat moet de instructeur van het Bikkelbos zijn.
Ik zet de auto voor een poort van een boerenschuur. Snel verwisselen we van kleding. "Heel goed dat jullie water hebben meegenomen", begroet Marco Haselbekke ons. Nadat we kennis hebben gemaakt, lopen we het omheinde terrein op. Bordjes met verboden toegang prikkelt blijkbaar puberende jeugd, want verschillende touwconstructies in het Bikkelbos zijn gesloopt. Haselbekke is daar niet blij mee: "Elke keer moet ik alle hindernissen goed controleren. Je mag geen risico's nemen "De rest van zijn woordenstroom gaat verloren in het lawaai van een langs denderende trein. Het woord "veiligheid"heb ik nog wel opgevangen. Over veilig gesproken: mijn collega draagt teenslippers. Bosbikkelen op dit schoeisel lijkt mij geen goed idee als ik een paar meter boven mijn hoofd touwen, ladders en balken zie hangen. Gezekerd aan touwen met karabijnhaken klimmen over allerlei touwconstructies hoog in de bomen. Dat is bosbikkelen. Een concept dat de laatste jaren is ontstaan, maar nog niet erg bekend is. Mijn eerste ervaring met deze outdoor-activiteit deed ik twee jaar geleden op in de Belgische Ardennen. De hindernissen verschillen per parcours. Klimmen in een los hangend touwlader en cat-crawlen over een dik touw heb ik daar niet gedaan.
Teenslippers
Onze instructeur controleert of het tuig waarmee iedereen wordt gezekerd goed
om je middel en benen zit. Daarna legt hij uit hoe de karabijnhaken werden
en hoe je moet zekeren tijdens het parcours. Op die manier wordt je opgevangen
als je valt. Vervolgens klimt hij behendig naar boven. "Jeetje",
blèrt mijn collega boven het geraas van de zoveelste trein "dat
ga ik echt niet op mijn slippers doen." Toch heb ik het stiekeme vermoeden
dat ze zelfs met gympen deze touwen niet inklimt. Nadat survivalfanaat Marco
zich moeiteloos in rap tempo over diverse touwen geeft gewerkt, ben ik aan
de beurt. Met enigszins bibberende benen klim ik in de touwladder. 't Is wel
even wennen, maar eenmaal boven voel ik me al een stuk beter. 'Hierboven waait
een heerlijk verkoelend windje', roep ik naar mijn collega die spannende foto's
probeert te maken.
'Hoe ga ik dit aanpakken', vraag ik mezelf af als ik drie meter hoog in de bomen over een dik touw moet crawlen. 'Je mag ook de aaphang-techniek gebruiken', zegt Marco terwijl hij het touw waarmee ik gezekerd ben, vasthoudt. Hangend aan handen en voeten over dit touw lijkt me nou niet bepaald gemakkelijker, maar ik wil wel even ervaren hoe het voelt. Ik voel me net een aap. Dit oergevoel begint zich ook meester te maken van mijn collega. Ze besluit aan het tweede deel van de hindernisbaan deel te nemen.
Eendenkroos
Eerst zijdelings met de voeten over een laag boven de grond gespannen touw.
Aan een hoger gespannen touw kan je je evenwicht bewaren. Ja hoor, mijn collega
bewijst dat je met slippers over deze indianenbrug kunt lopen. Maar dan: vanaf
een balk touwslingerend over een vijver naar de andere kant. Het meterdiepe
water is bedekt met een frisgroene laag kroos. Bij deze temperatuur ziet zo'n
plas er aanlokkelijk uit. 'Zo hoog mogelijk vastgrijpen', instrueert Marco
én springen.'En ja hoor, tot aan het kruis door de waterplantjes. Mijn
collega vergaat het al niet veel beter. Al gillend en half nat bereikt ze
de overkant. Dit is lachen. We willen nog wel een keer. Marco daarentegen
weet de voeten droog te houden. Hij kan zelfs op de kop hangen en zich van
touw naar touw slingeren. Is hij een mens of een aap?
Lifestyle
Na dit verkoelende voetbad vertelt Marco over zichzelf. Hij leeft voor de
buitensport. Binnenkort vertrekt deze dertigjarige sportieveling naar Canada
om daar voor een outdoor-bedrijf te gaan werken. Twee maanden lang begeleidt
hij daar educatieve voettochten door de verlaten wildernis. 'Buitensport is
geen virus maar een manier val leven', verklaart de voormalige productieleider
van een meubelmakerij. 'Het lukt me nog niet om er van te leven. In de toekomst
wil ik samen met mijn vriendin ook wintertochten gaan organiseren. Er ligt
een idee voor een trektocht op sneeuwschoenen door Slowakije op de plank.
Maar eerst wil ik het Bikkelbos nog gaan uitbreiden.'
'Bikkel'
bouwt eigen survivalbaan in Nijreesbos
(De Twentsche Courant Tubantia 16-01-2002)
ALMELO - De apenhang en de bandenswing brengen je naar de indianenbrug,
die naar een plateau leidt. Via de lussenbrug kom je uiteindelijk bij twee
touwen uit, met behulp waarvan je over een waterbak in een verticaal net moet
springen. Zomaar een greep uit de hindernissen, die Marco Haselbekke in zijn
'Bikkelbos' achter de mini-camping in het Nijreesbos heeft gebouwd.
Marco Haselbekke
test één van de hindernissen die hij heeft gebouwd. In het weekeinde
heeft in het 'Bikkelbos'een demonstratie-survivalrun plaats.
(foto CHAREL VAN TENDELOO)
Haselbekke (29) heeft vorig jaar een survivalclub opgericht, onder de paraplu van Outlife Adventures. De oud-militair geeft twee keer per week - op woensdagavond en zondagmorgen - survivalruntrainingen. Een survivalrun is een crossloop door de natuur, waarbij hindernissen overwonnen moeten worden. Om meer ruchtbaarheid te geven aan zijn vereniging houdt de Almeloër zondag 20 januari en zaterdag 26 januari samen met de overige zes leden een demonstratie-survivalrun. 'Ik hoop natuurlijk op meer aanmeldingen, maar bovenal wil ik de survivalsport in het algemeen promoten. In Twente is de survivalsport namelijk nog onontgonnen gebied.'
Overleven
Haselbekke liep 6 jaar geleden zijn eerste survivalrun en sindsdien is hij
niet meer uit het bos weg te slaan. Hij loopt in competitieverband Top Survival
Circuits, die tussen de 22 en 25 kilometer lang zijn. Het is de afwissling
die hem trekt. 'Alleen hardlopen is zo eentonig. Hier komt het neer op snelheid,
souplesse, kracht en techniek. Je traint je lichaam op alle mogelijke manieren.'
De deelnemers aan de survivalrun competitie, variërend tussen de twintig
en vijftig sporters, vormen een hechte groep. 'Iedereen kent elkaar. Het gaat
er heel gemoedelijk aan toe. Tot aan de start welteverstaan, want dan is het
ieder voor zich. Het is zaak zo snel mogelijk bij de eerste hindernis aan
te komen. Dan is het echt overleven.'
Knopen
Het is waterkoud in het Bikkelbos. Maar de survivalsport kent geen winterstop.
Integendeel, alleen een zomerstop. De kou hoort erbij volgens Haselbekke,
en stroopt de mouwen van zijn trui op. 'Een survivalrun is ook een strijd
tegen de elementen', vindt hij. De metershoge houten stallages in het Bikkelbos
heeft Haselbekke met de huidige leden van de survivalclub opgebouwd. Knopen
heeft de nationaal reservist in het leger leren leggen. Ook zijn ervaring
in de bergsport komt goed van pas. De hindernissen zijn goedgekeurd door de
Nederlandse Survivalbond. 'Het is niet gevaarlijk. We willen ook jeugd, vanaf
veertien jaar, stimuleren voor de survivalsport. Ik bouw het langzaam op hoor,
ik laat die jongens niet meteen de hoogste hindernissen doen.'
De 'bikkels' zullen het komend weekend het parcours in het Bikkelbos nemen,
waarna ze korte tijd in het Nijreesbos zullen verdwijnen. Ook de sloot zal
niet worden ontzien. De finish is op het aangrenzende grasveld. Toeschouwers
kunnen onderwijl touwklimmen en boogschieten, waarmee ze prijzen kunnen verdienen.
De demonstratie begint om 11.00 uur en duurt tot 13.00 uur.